U bent hier
Verschillende woonuitbreidingsgebieden aangesneden via priak’s.

De Vlaamse meerderheidspartijen bereikt vorige week een politiek akkoord over de nieuwe instrumenten voor de zogenaamde bouwshift. Dat decreet werd al in de vorige legislatuur in de steigers gezet en reikt een aantal mechanismen aan om de bouwshift te begeleiden. “Een aantal bestaande instrumenten, zoals de zogenaamde “priak” (principieel akkoord) worden decretaal geschrapt.”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger en mede-indiener Inez De Coninck (N-VA).
Op deze manier wordt het aansnijden van woonuitbreidingsgebied verder teruggedrongen. En dat is goed nieuws. Want uit het antwoord op een parlementaire vraag van Inez De Coninck blijkt dat er elk jaar via principiële akkoorden woonuitbreidingsgebied wordt aangesneden. Een principieel akkoord (priak) is een instrument waarmee er via de provincie een stedenbouwkundige vergunning verkregen kan worden in een woonuitbreidingsgebied. Als een aanvrager beschikt over een principieel akkoord dat is afgeleverd door de deputatie, kan het woonuitbreidingsgebied vrijgegeven worden voor ontwikkeling. Met het nieuwe instrumentendecreet wordt dit systeem dus stopgezet.
Het principieel akkoord is een instrument dat sinds 2009 bestaat. Het gaat uiteraard niet over individuele bouwpercelen, maar over grote gebieden die aangesneden worden. De eerste jaren na de invoering werden er over heel Vlaanderen minstens vijf principiële akkoorden per jaar goedgekeurd. “Maar het aantal kan ook hoger liggen aangezien de provincies niet verplicht zijn om de principiële akkoorden aan het departement omgeving door te geven. Daarna werd het instrument populairder, met als hoogtepunt 2014. Toen werden zestien verschillende principiële akkoorden goedgekeurd. Sinds 2014 is er wel sprake van een dalende trend.”