U bent hier
Minimale dienstverlening bij het spoor: N-VA steunt regeringsvoorstel

Minister van Mobiliteit François Bellot (MR) heeft een wetsontwerp klaar om een minimale dienstverlening bij het spoor in te voeren. Het wetsontwerp respecteert het stakingsrecht en geeft aan de NMBS ook de nodige middelen om zo’n minimumdienst te organiseren. Kamerlid Inez De Coninck reageert voorzichtig optimistisch: “Eindelijk heeft de reiziger zicht op een betrouwbare treindienst bij een spoorstaking.”
In 2016 waren er duizenden geschrapte treinen en heel wat vertragingen te wijten aan (wilde) stakingen. De federale regering gaf het sociaal overleg meer dan twee jaar de tijd om tot een voorstel voor een minimale dienstverlening te komen. Omdat dat overleg niets heeft opgeleverd, komt de bevoegde minister nu met een eigen voorstel? dat zowel de wil van de stakers als die van de werkwilligen en de reizigers respecteert.
Respect voor stakingsrecht
Wie wil staken, zal dat ook mogen in het voorstel van minister Bellot, maar zou minstens vier dagen op voorhand zijn keuze moeten melden. “Zonder die meldingsplicht kan je onmogelijk een minimumdienst uitwerken”, aldus De Coninck. “De NMBS moet nu eenmaal op de hoogte zijn van wie al dan niet staakt.” De NMBS zal ook 24 uur op voorhand moeten communiceren welke treindienst ze aanbiedt op een stakingsdag, zodat de reiziger weet of hij al dan niet met de trein op zijn bestemming geraakt.
Op het goede spoor
De N-VA wil nog een stap verder gaan dan minister Bellot, maar ziet zijn voorstel alvast als een stap in de goede richting. “Nadien kunnen we het nog uitbreiden, indien daar een draagvlak voor bestaat”, zegt De Coninck. Zij wijst wel al op enkele mogelijke knelpunten: “Zo rijst de vraag hoe je wilde stakingen gaat kunnen vermijden. En tegen wie valselijk meldt dat hij zal werken, moet ook streng worden opgetreden. Ten slotte moet de NMBS ook helder communiceren, en liefst sneller dan 24 uur op voorhand.”